Jan De Wilde ontmoet Derroll voor 't eerst in Brugge, wanneer ze samen het voorprogramma van Boudewijn De Groot spelen, waarbij ieder een kwartier op het podiuim mag. Derroll praat die tijd vlotjes vol en wordt van het podium gehaald voor hij zijn banjo kan aanraken. Dat die twee goed overeen komen mag niet verwonderen, gezien hun beider traagheid en humor.
Jan schrijft zijn waardering uit in het Engels.
From the outset I had the greatest respect, even fondness for him, both as human being and as a great singer; he had that unique timbre and he sang his songs with that characteristically restrained intensity which gave them such enormous poignancy. No matter how ably all his friends and admirers covered him, no matter how great their affinity or strong their talent, nothing could equal his interpretation. Everyone is unique, but Derroll was just that little bit more unique.
